Zinsbegrip: het effect van woordvolgorde bij één- en tweetalige mensen met afasie

Miren Arantzeta (Grodil/Idealab) is op 6 april 2017 gepromoveerd op het onderzoek: Sentence comprehension in monolingual and bilingual aphasia. Evidence from behavioral and eye-tracking methods. Hieronder volgt een samenvatting van haar onderzoek.

Inleiding

Zinsbegrip vereist een verschillende mate van cognitieve inspanning door luisteraars, afhankelijk van de volgorde waarin woorden gepresenteerd worden. Dit is vooral merkbaar bij personen met agrammatische afasie (PMA) ten gevolge van neurologisch letsel. Eerder onderzoek suggereert dat het vermogen om zinnen te verwerken in PMA afhangt van de volgorde waarin de agens en het thema worden gepresenteerd. PMA begrijpen zinnen met een agens-thema (A-T) argumentstructuur beter dan zinnen met een thema-agens (T-A) argumentstructuur, de afgeleide volgorde.

Omdat taalverwerking gedeeltelijk afhangt van de morfosyntactische eigenschappen van specifieke talen, kunnen mechanismen die betrokken zijn bij zinsbegrip variëren tussen talen. Talen met een beperkte morfologie hebben vaak een rigide woordvolgorde, waardoor luisteraars tijdens de zinsverwerking een sterk beroep doen op informatie die uit woordvolgorde gehaald wordt. Talen met rijkere morfologische systemen (e.g., naamval en congruentie) resulteren in een vrijere keuze qua woordvolgorde, omdat hier de morfologische informatie betrouwbaardere aanwijzigen geeft om een juiste zinsinterpretatie te bereiken. Wat tot op heden nog onduidelijk is, is of het effect van woordvolgorde op zinsbegrip voor PMA zich beperkt tot specifieke talen met een beperkte woordvolgorde, of dat morfologische informatie het begrip van zinnen in de afgeleide volgorde ondersteunt in talen waarin verscheidene woordvolgordes mogelijk zijn.

In dit proefschrift is het effect van woordvolgorde op zinsbegrip onderzocht bij personen met afasie en personen zonder hersenbeschadiging (non-brain damaged individuals; NBA) in een taal met een vrije woordvolgorde (Baskisch) en/of een taal met een flexibele woordvolgorde (Spaans). Het proefschrift omvat een reeks van studies met tweetalige en eentalige sprekers, waarbij gebruik is gemaakt van data over reactietijden, nauwkeurigheid en oogfixatiepatronen.

Hoofdstuk 1

In Hoofdstuk 1 werd een algemeen theoretisch kader geschetst, dat leidde tot de onderzoeksvragen die centraal stonden in de daaropvolgende studies. Dit promotieonderzoek omvatte een reeks van studies met tweetalige en eentalige sprekers, waarin werd gefocust op:

  1. Bewijs van crosslinguïstische invloeden op moeilijkheden met zinsbegrip.
  2. De crosslinguïstische overdraagbaarheid van zinsverwerkingsmechanismen in tweetalige sprekers.
  3. Het potentiële voordeel dat tweetalige sprekers hebben in zinsbegrip vanwege verhoogde executieve functies.
  4. Het vermogen om te zelf-monitoren en daaruit voortvloeiende foutherkenning in zinsbegrip.

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2 richtte zich op de twee belangrijkste hypotheses die zijn voorgedragen om moeilijkheden met zinsbegrip in afasie te verklaren: 1) een hypothese met betrekking tot representatie: de Trace Deletion hypothesis (TDH; Grodzinsky, 1986, 1995, 2000; Drai & Grodzinsky, 2006ab); 2) een hypothese gerelateerd aan verwerking: de Derived Order Problem Hypothesis (DOP-H, Bastiaanse & Van Zonneveld, 2006). Het hoofdstuk werpt licht op twee belangrijke verschillen tussen deze hypotheses: a) de tegenstrijdige voorspellingen van beide theorieën met betrekking tot werkwoordfinale talen, zoals het Baskisch; b) de interpretatie van prestaties op kansniveau in PMA.

Een taak waarbij zinnen met afbeeldingen gematcht moesten worden, werd afgenomen bij een groep van 8 Baskisch-Spaans tweetalige NBD en PMA in het Baskisch, een ergatieve taal met een rijke inflectie en een vrije woordvolgorde. NBD scoren aanzienlijk hoger dan PMA op alle woordvolgordes (i.e., SOV, OSV, VSO en VOS). PMA scoorden bijzonder laag in zinnen met een T-A argumentstructuur (i.e., OSV en VOS). De PWA vertoonden ernstige problemen bij het verwerken van naamvalsmorfologie, ongeacht de positie van het werkwoord in de zin. Deze resultaten zijn in tegenspraak met de voorspelling van de TDH met betrekking op de gedragsdata. Moeilijkheden in zinsbegrip nemen toe naarmate de cognitieve inspanningen groeit vanwege de argumentstructuur, zoals voorgesteld door de DOP-H. Overeenkomend met eerder onderzoek, geven oogfixatiepatronen aan dat correcte antwoorden van PMA gerelateerd zijn aan gecontroleerde taalverwerking in plaats van giswerk, zoals beschreven in de TDH.

Hoofdstuk 3

In hoofdstuk 3 onderzochten we a) de crosslinguïstische overdraagbaarheid van zinsbegripmechanismen bij tweetalige sprekers en b) het potentiële voordeel dat tweetalige sprekers hebben in zinsbegrip vanwege verhoogde executieve functies. Dezelfde zinsverwerkingstaak werd voorgelegd zowel in het Baskisch en/of het Spaans, aan een groep van 7 Baskisch-Spaans tweetalige PMA, 7 Spaans eentalige PMA, 7 Baskisch-Spaans tweetalige NBD en 7 Spaans eentalige NBD, in variërende woordvolgordes.

Allereerst toonden crosslinguïstische vergelijkingen binnen de tweetalige groepen aan dat zinsbegrip beter bewaard was in het Spaans dan in het Baskisch, zowel voor PMA als NBD. Dit resultaat is mogelijk in strijd met de bewering dat PMA gevoelig blijven voor saillante aanwijzingen in hun talen, die nodig zijn voor zinsverwerking (Bates, Friederici & Wulfeck, 1987, zie Bates, Wulfeck & MacWhinney, 1991; Vaid & Pandit, 1991). Zinsbegrip in tweetalige PMA werd bevorderd door de rijke morfologie van het Baskisch. In tegenstelling tot deze resultaten, bleek het begrip van zinnen beter bewaard in het Spaans, een taal met een minder rijke morfologie. Toch toonde een single case analyse aan dat het effect van argumentstructuur een negatieve correlatie opleverde tussen het Baskisch en het Spaans, in een aanzienlijk deel van de deelnemers. Dit suggereert dat individuele onderliggende oorzaken van problemen met zinsbegrip taalafhankelijke verschijnselen kunnen vertonen.

Ten tweede liet de vergelijking tussen tweetalige en eentalige groepen geen effecten zien van tweetaligheid op zinsbegrip, bij dezelfde taak in het Spaans. Gedragsdata, reactietijden en oogfixatiepatronen suggereerden unaniem dat beter zinsbegrip niet te herleiden valt als een gevolg van tweetaligheid. Deze resultaten zijn niet direct in strijd met de theorie over verhoogde executieve functies in tweetalige sprekers (Bialystok, Craik, Klein & Viswanathan, 2004; Costa, Hernández, & Sebastian-Galles, 2008; Martin-Rhee & Bialystok, 2008;. Teubner- Rhodes et al, 2016; Prior & MacWhinney, 2010) en komen overeen met de potentiële consequenties die verminderde executieve functies hebben op zinsbegrip in PMA (Dickey et al, 2007; Hanne et al, 2011; Schumacher et al, 2015). Deze uitkomst stelt dat executieve functies primair betrokken zijn bij verminderd zinsbegrip in PMA, terwijl tegelijkertijd het potentiële voordeel van tweetaligheid zich niet voordoet.

Verminderde executieve functies zijn van invloed op het zinsbegrip bij mensen met afasie. Als zij tweetalig zijn hebben zij hiervan geen voordeel.

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4 richtte zich op het vermogen van PMA om te zelf-monitoren, en onderzocht of de daaruit voortvloeiende foutherkenning, geïntroduceerd in Hoofdstuk 3, invloed had op zinsbegrip. Deze metacognitieve taak werd alleen uitgevoerd tijdens de Spaanse versie van het experiment. Na de primaire taak (i.e., correct zinsbegrip), werden de deelnemers gevraagd om de juistheid van hun vorige antwoord in te schatten op een 3-puntsschaal. Twee mogelijke antwoorden reflecteerden zekerheid over het eigen gegeven antwoord; “Ik weet zeker dat ik correct heb geantwoord” en “Ik weet zeker dat ik incorrect heb geantwoord”, terwijl de derde mogelijkheid liet zien dat er niet genoeg kennis was om de juistheid van het eigen antwoord in te schatten, gedefinieerd als: “Ik weet het niet / ik heb geraden’. Resultaten werden geanalyseerd op basis van het nulcorrelatie-criterium en het giswerk-criterium van Dienes et al. (1995). Op basis van het eerstgenoemde criterium bleek de persoonlijke beleving van het gegeven antwoord een zeer slechte voorspeller van objectieve nauwkeurigheid in PMA. PMA toonden de neiging om zowel correct als incorrecte antwoorden als correct waar te nemen. Daarnaast beweerden PMA zich zelden te beroepen op giswerk (in slechts 6,8% van de zinnen); dit komt niet overeen met het gispatroon dat gebaseerd is op de TDH. Er is geen bewijs dat PMA bewust gebruik maken van compenserende strategieën, zoals agent-first, om hun verstoorde zinsbegrip te ondersteunen. PWA zijn zich niet bewust van de verschillende stappen die genomen worden tijdens zinsverwerking. De post-hoc analyse van de oogfixatiepatronen liet echter zien dat de beoordeling van het eigen antwoord een gevoelige maatstaf is voor het metacognitieve bewustzijn.

Mensen met afasie vinden het lastig hun eigen taalbegrip te beoordelen.

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5 sluit het proefschrift af met een algemene discussie, als ook implicaties en aanwijzingen voor verder onderzoek. De uitkomsten van het onderzoek in dit proefschrift laten zien dat het effect van woordvolgorde op zinsbegrip zich niet beperkt tot talen met vaste woordvolgordes, zoals het Engels, maar zich uitbreidt naar talen met flexibele en vrije woordvolgordes. Ook leverde dit onderzoek nieuw bewijs op voor het ontbreken van metacognitief bewustzijn in PMA over de beoordeling van hun eigen zinsbegrip. Al met al dragen deze bevindingen bij aan nieuwe inzichten over onderliggende oorzaken van moeilijkheden met zinsbegrip in Baskisch en/of Spaans sprekende PMA, en over de rol van tweetaligheid. Deze bevindingen hebben belangrijke implicaties voor de ontwikkeling van taalspecifieke diagnostische tests en behandelingsmethodes, als ook voor kennis over de universele en onbewuste aard van stoornissen in de morfosyntactische parser.

Het effect van woordvolgorde op zinsbegrip beperkt zich niet tot talen met vaste woordvolgordes, zoals het Engels, maar breidt zich uit naar talen met flexibele en vrije woordvolgordes.

arantzeta

Webshop

  • Bestel online voorlichting, spel- en oefenmaterialen, de Afasie Nieuwslezer, Top! 2Games, Top! Woordvinding en meer.

    Webshop

Als deelnemer heb je toegang tot

Steun Stichting AfasieNet
met een donatie