Cognitieve communicatiestoornissen

Patiënten met niet-aangeboren hersenletsel krijgen vaak te maken met communicatiestoornissen. Voor personen met afasie is er relatief veel diagnostisch en therapeutisch materiaal beschikbaar. Dit geldt niet voor de groep patiënten zonder afasie, want voor hen is er nog weinig logopedisch materiaal te verkrijgen.

Informatiefolder over cognitieve communicatiestoornissen

De werkgroep Cognitieve Communicatie Stoornissen (CCS) van AfasieNet heeft een informatiefolder ontwikkeld voor patiënten en naasten, die hieronder te downloaden is.

AfasieNet CCS - Screening

De werkgroep Cognitieve Communicatie Stoornissen (CCS) van AfasieNet heeft een screening samengesteld waarmee, bij een vermoeden van cognitieve communicatiestoornissen, een gestructureerde observatie kan worden uitgevoerd bij personen met hersenletsel.

Deze screening is ontwikkeld, omdat er op dit gebied tot nu toe weinig uniformiteit is in Nederland en vanwege het feit dat gebruikt materiaal vaak niet (goed) genormeerd is.
Er is gepoogd een zo volledig mogelijke en toch tijdsefficiënte en genormeerde batterij samen te stellen. De screening bestaat uit 7 onderdelen waarvan 5 afkomstig uit de STCC (STCC, Paemeleire, 2013) die nu genormeerd zijn voor Nederland. Daarnaast zijn nog twee subtaken toegevoegd: Inferentie Kort en een Logische Reeks.

Daarnaast is een vragenlijst beschikbaar voor de persoon met hersenletsel en een voor direct betrokkenen. Aanvullende observaties van de logopedist vormen uiteraard een derde belangrijk onderdeel bij deze screening.

De screening, scoreformulieren, handleiding en bijbehorende vragenlijsten kun je hieronder downloaden.

Nieuwe logische reeksen 2023

AfasieNet-CCS addenda 2023

Overige bestanden

Om subtest 4 (foto’s benoemen onder tijdsdruk) af te nemen is een beeldscherm nodig (p.c., tablet, laptop). Open het gewenste filmpje hieronder.

De screening kan worden afgenomen bij vermoeden van cognitieve communicatiestoornissen maar is niet ontwikkeld voor personen met afasie. Het is dus aan te raden eerst na te gaan of er sprake is van een afasie.

“Goed kan altijd beter - een tevredenheidsonderzoek naar de AfasieNet-Cognitieve Communicatie Screening"

Begin april 2019 kreeg de werkgroep CCS van Laura Akkermann, student aan de Hanzehogeschool Groningen, het eindresultaat van haar bachelor thesis toegestuurd met als titel “Goed kan altijd beter – een tevredenheidsonderzoek naar de AfasieNet-Cognitieve Communicatie Screening“. Hieronder geeft de werkgroep CCS haar reactie op de aanbevelingen die in de thesis worden beschreven.

De thesis van Laura Akkermann kun je hier inzien:

In haar thesis beschrijft Laura Akkermann de reacties van 26 participanten aan haar onderzoek; allen logopedist en gemiddeld bijna twaalf jaar werkzaam in een revalidatiecentrum of verpleeghuis. Voor de werkgroep was het erg prettig om op deze manier meer zicht te krijgen op het gebruik van het instrument door collega-logopedisten en hun bevindingen daarbij.

In het algemeen bleek er tevredenheid in het werkveld over de screening. De thesis vermeldt echter ook een aantal adviezen ter mogelijke verbetering, waarop wij als werkgroep CCS hierbij graag onze reactie geven.

Aanbeveling 1: Subtest voor het herkennen en produceren van prosodie toevoegen aan de screening.

In de voorbereiding van de ontwikkeling van de AfasieNet-CCS had de werkgroep zeker de intentie een subtaak toe te voegen die inzicht zou kunnen geven in het herkennen en produceren van prosodie. Bij personen met een cognitieve communicatiestoornis zien ook wij dat dit een onderdeel van de communicatie is dat verstoord kan zijn geraakt. Helaas zijn we tot de conclusie gekomen dat dit niet betrouwbaar in kaart te brengen is.

Een eerste insteek bij het ontwikkelen van een screening voor CCS was namelijk om het MEC protocol (Joanette et al., 2004) aan te passen; daar zaten veel tests in die zich richtten op linguïstische (vraagzin, hoofdzin) of emotionele prosodie (boos, blij, verdrietig). Zowel het produceren als het interpreteren hiervan door controlepersonen leidde daar echter tot erg lage scores: het probleem is dus dat ook controlepersonen slecht zijn in deze taak. Om die reden hebben wij dit onderdeel dus buiten de screening gelaten.

Aanbeveling 2: Uitleg over welke cognitieve communicatieproblemen met desbetreffende subtest getest worden.

Alvorens daarop in te gaan willen we middels deze reactie graag benadrukken dat de AfasieNet-CCS niet bedoeld is om een cognitieve onderliggende stoornis op functieniveau te diagnosticeren; het lijkt er namelijk op dat daar in het werkveld soms nog van wordt uitgegaan.
Wat de screening wel biedt is een hulpmiddel om beperkingen in de communicatie op activiteiten- en participatieniveau te detecteren die niet door een afasie, maar door cognitieve problemen kunnen worden verklaard. De vragenlijsten en eigen observaties zijn daarbij wellicht nog belangrijker dan de subtaken van de AfasieNet-CCS.

Dit is een verschil ten opzichte van de STCC van Frank Paemeleire, waarin nadrukkelijker wèl de mogelijke (!) verklaring op cognitief vlak aan de verschillende subtaken wordt gekoppeld; dit voedt mogelijk ook die verwachting bij de AfasieNet-CCS. Echter, in België is de zorg rondom deze problematiek anders georganiseerd en liggen taken die wij beschouwen als onderdeel van het pakket van een (neuro-) psycholoog vaker op het bordje van de logopedist.

Ook het reduceren van de uitkomst van een subtaak tot één specifiek cognitief communicatieprobleem is niet wat wij daarmee beogen. Wanneer iemand afwijkend zou scoren op een subtaak kan dat namelijk meerdere oorzaken hebben, die ieder voor verschillende problemen in de communicatie kunnen zorgen. De observaties van de logopedist bij de uitvoering van de taak zijn daarom cruciaal, waarbij toereikende basiskennis van wat cognitie inhoudt uiteraard essentieel is.
Enkele voorbeelden van wat bij de subtaak “Woorden zoeken” bijvoorbeeld mis zou kunnen gaan: De persoon is de instructie meteen weer vergeten en voert daardoor de taak niet correct uit? Mogelijk ging de uitleg te snel en is daardoor niet volledig begrepen? Of de persoon weet nog wel wat hij/zij moet gaan doen, maar komt niet tot een goede uitvoer van de taak, omdat het organiseren daarvan niet lukt? Fouten ontstaan doordat het switchen van de ene naar de andere opdracht binnen de taak niet lukt?……..

Kortom; zelf goed observeren en vertalen naar mogelijke oorzaken en consequenties daarvan in de dagelijkse communicatie is nodig. Mochten er teveel twijfels blijven en wordt daardoor niet duidelijk wat je de persoon in kwestie als advies kan geven; ga dan vooral te rade bij collega’s psychologie en/of ergotherapie om tot een gezamenlijk plan van aanpak te komen.

Aanbeveling 3: Duidelijkere foto’s opnemen voor subtest 6: logische reeks

Daar sluiten wij ons volledig bij aan. We zijn hiermee aan de slag gegaan; zodra er wijzigingen voor deze subtaak klaar zijn zullen we dit via de nieuwsbrief van AfasieNet en op de site melden.

Naast de boven vermeldde aanbevelingen gaf 75% van de participanten in het onderzoek aan behoefte te hebben aan “handvatten voor vervolg en therapie”. Daarop kan gemeld worden dat de werkgroep CCS momenteel bezig is een leidraad te formuleren om hier meer richting aan te geven. Ook hiervan zal te zijner tijd melding worden gemaakt op www.afasienet.com.

FAQ

Contact met de Werkgroep CCS

De werkgroep CCS is bereikbaar voor vragen of opmerkingen per email: werkgroepccsafasienet@gmail.com

AfasieNet CCS

Webshop

  • Bestel online voorlichting, spel- en oefenmaterialen, de Afasie Nieuwslezer, Top! 2Games, Top! Woordvinding en meer.

    Webshop

Als deelnemer heb je toegang tot

Steun Stichting AfasieNet
met een donatie