Blog van Hannelore: recht van spreken

Hannelore van der Velden is sinds 1999 werkzaam als logopedist en klinisch linguïst bij De Hoogstraat Revalidatie in Utrecht. Zij werkt met mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Dagelijks werkt ze met personen met afasie. Elke maand schrijft zij een blog over haar ervaringen die ze graag met jullie zou willen delen. Deze maand schrijft Hannelore over het omgaan met afasie in het juridisch domein.

Recht van spreken

Op 15 oktober 2019 werd Gerrit Jan van D. gearresteerd. Van D. had zijn vijf kinderen jarenlang verborgen gehouden voor de buitenwereld, in een afgesloten ruimte op een boerderij in Ruinerwold in Drenthe. Doordat een zoon wist te ‘ontsnappen’ uit de boerderij kwam de zaak aan het licht. De rechtszaak loopt nog steeds, en is ernstig vertraagd door de neurologische communicatieproblemen van Gerrit Jan van D.: in 2016 kreeg hij een beroerte.

Toen ik het nieuws las, dacht ik: laat daar maar een goede logopedist of afasietherapeut helpen, die kan ondersteunen bij het gesprek. Omdat er vaak veel onwetendheid is over afasie en andere neurologische communicatieproblemen, stuurde ik een mailtje naar zijn advocatenkantoor met informatie, adviezen en de link naar AfasieNet. En ik drukte ze op het hart om toch vooral contact op te nemen met het dichtstbijzijnde afasieteam: daar is veel ervaring in diagnostiek en begeleiding van mensen met afasie. Ik kreeg snel een reactie terug: ze bedankten me voor de informatie, en ze deelden mee dat ze er inderdaad mee bezig waren. En dat was het. Ik snapte natuurlijk ook wel dat ze verder geen inhoudelijke mededelingen konden doen, dus ik liet het er verder bij.

Maar onlangs las ik in de Meppeler Courant dat juristen nog steeds zoeken naar mogelijkheden om D. te verhoren, omdat hij door zijn beroerte niet zelf kan vertellen waarom hij zichzelf en zijn kinderen afsloot van de buitenwereld. In datzelfde artikel las ik dat gedragswetenschappers van het Pieter Baan Centrum momenteel onderzoeken of er manieren zijn om hem betrouwbaar te kunnen ondervragen. Toen ik dat las werd ik een beetje onrustig: natuurlijk moeten psychologen en psychiaters dit mee onderzoeken, maar: waar is de logopedist, afasietherapeut of neurolinguïst in dit verhaal? Psychiatrie en afasie zijn namelijk niet altijd een goede combi….

Iemand uit mijn familie is rechter – voor de leesbaarheid noem ik haar even ‘Fenna’. Een jaartje geleden vertelde Fenna me dat ze voor haar werk naar een psychiatrische instelling moest om te beoordelen of de patiënte daar gedwongen moest verblijven. De psychiater van de patiënte was bij het gesprek aanwezig en zei: ‘Deze patiënte heeft afasie, maar ze begrijpt alles, hoor. Ze kan alleen niet praten, maar u kunt gewoon uw verhaal vertellen.’ Fenna had altijd belangstelling getoond als ik over afasie vertelde, en blijkbaar héél goed opgelet, want tijdens het gesprek merkte Fenna op dat de informatie veel te snel ging voor de patiënte. En gelukkig had Fenna ook opgepikt uit onze gesprekken dat ze haar eigen communicatie kon aanpassen. Dus Fenna begon rustiger te spreken en nam meer tijd voor het gesprek en meer tijd om de patiënte te laten antwoorden. Het gesprek verbeterde merkbaar en leidde tot een betere uitkomst: de patiënte kon zelf deelnemen aan het gesprek, waardoor haar visie kon worden meegenomen in de beoordeling. Fenna zegt hierover: ‘Haar rechtspositie kon zo beter beoordeeld worden.’  Toen Fenna dit vertelde, schrok ik wel. Het gebeurt dus écht: dat mensen het recht van spreken wordt ontnomen, juist op een moment dat zo bepalend kan zijn voor iemands toekomst. Wat een onrecht!

Gelukkig heb ik ook andere, positieve ervaringen. Het kwam in ons centrum een paar keer voor dat een revalidant met afasie een zitting had. Steeds was er dan een logopedist bij, ter ondersteuning van het gesprek. Dit betekent: bewaken en faciliteren dat de persoon met afasie goed begrijpt wat er wordt gezegd, en zich kan uiten als hem of haar iets wordt gevraagd.

Zo was er meneer P., een meneer die behoorlijk in de schulden zat. Zijn familie wilde zijn financiële bewind gaan voeren. P. wilde iemand anders als bewindvoerder. De rechter moest uiteindelijk beslissen. Ik ging mee om hem te ondersteunen in de communicatie. (Eerlijk: ik was onder de indruk van mijn werkomgeving van dat moment! Ik was nog nooit in een rechtbank geweest.) Toen de familie van P. aan het woord was, werd er op een bepaald moment gezegd: ‘Hij kan niet goed nadenken over z’n centen; hij kan ook niet eens fatsoenlijk ‘ja’ of ‘nee’ zeggen.’ Toen ik dat hoorde, was ik licht verontwaardigd over de onjuiste informatie die de familie aan de rechter gaf. Dus vroeg ik het woord aan de rechter, met knikkende knieën: ‘Edelachtbare, het is nodig dat ik u toch wat korte informatie geef over afasie. Mag dat?” En dat mocht. En zo kwam het dat meneer P. zijn ‘zegje’ kon doen en de geduldige rechter P. uiterst serieus nam. Meneer P. kreeg gelijk in de zaak rondom zijn bewindvoering en het verzoek van de familie werd afgewezen.

Ook was er een keer een zitting in ons centrum: een rechter moest beoordelen of een mevrouw met een zeer ernstige afasie onder curatele gesteld moest worden. Ook hier ondersteunde een logopedist. Tijdens het ondersteunde gesprek werd voor de rechter duidelijk dat een gesprek wel degelijk mogelijk was. De rechter droeg beide partijen op om de moeite te nemen om de relatie met elkaar verder te verbeteren, en daarbij aangepast met deze mevrouw te communiceren. De mevrouw behield het recht om zelf beslissingen te nemen.

Voor mij is het door bovenstaande ervaringen klip en klaar: mensen met afasie kunnen hun recht van spreken behouden, ook al kunnen zij niet spreken. Zij hebben daarom recht op ondersteuning bij een gesprek, zoals ook andere ‘communicatief kwetsbaren’ recht hebben op een onafhankelijke tolk in dit soort situaties. Het is belangrijk dat dit niet iemand van de naasten is. Deze zijn namelijk niet altijd onpartijdig, zoals in het geval van meneer P. Ook als het gaat om gesprekken over een levenseinde of een gesprek over een erfenis bij een notaris, doet de onafhankelijke ‘tolk’ de situatie soms meer recht.

En zo hoop ik dat in de zaak ‘Ruinerwold’ ook het recht kan zegevieren. Mét hopelijk het eerlijke verhaal van Gerrit Jan hetD. Het lijkt mij dat alle betrokkenen daar recht op hebben.

3 reacties

Dit artikel is meer dan 60 dagen oud. Reageren is niet meer mogelijk.

zondag 20-12-2020

in categorie:

3 reacties

Geef je reactie

Laatste reacties

Webshop

  • Bestel online voorlichting, spel- en oefenmaterialen, de Afasie Nieuwslezer, Top! 2Games, Top! Woordvinding en meer.

    Webshop

Als deelnemer heb je toegang tot

Steun Stichting AfasieNet
met een donatie